Vandaag, dinsdag 8 november 2022, hebben we afscheid genomen van Gezienus Omvlee, die op 2 november is overleden. In de Kerk van Odoorn werd een ontroerende bijeenkomst gehouden, maar daarin werd ook de lichtvoetigheid niet geschuwd. Voorzitter Ton Peters van de jury van het Nederlands kampioenschap Light Verse-dichten in Emmen droeg dit door hem geschreven gedicht voor:
“Gezienus …
In ’t land van cijfers voor gedrag en vlijt
Van Brave Hendrik en van Slappe Tinus
Wordt af en toe een buitenbeen geboren
Die verder kijkt dan wat al vaak gezien is
In ’t land van maaiveld en van matigheid
Van middle-of-the-road en van plus minus
Komt goddank soms een dichtertje naar voren
Dat opschrijft wat door lezers niet gezien is
In ’t land dat nooit van cijfers is bevrijd
Waar leven op een schaal van een tot tien is
Komt af en toe een elf de boel verstoren
Die roept dat alles lang nog niet gezien is
De laatste strofe, dus de hoogste tijd
Een naam te noemen, knoop hem in je oren
En schrijf de letters goudomrand: Gezienus"
Eddie Zinnemers, voorzitter van STEM, bracht het volgende ten gehore:
Lieve Erna, kinderen, kleinkinderen, familie en iedereen die vandaag afscheid neemt van Gezienus.
Eind september, kregen schrijvers, dichters en kennissen van Gezienus het verzoek een bijdrage te leveren voor een bundel getiteld “Ode aan Omvlee”. Door mijn dichterlijke worsteling was ik te laat met mijn bijdrage. Wat te schrijven aan Emmens eerste gemeentedichter en medebestuurslid van STEM? Aan Gezienus, die ooit zei: “Ach, oetindelijk wordt iedereen geschiedenis”. Of ik het gedicht toch nog na wilde zenden, werd gevraagd. Het maakt de bundel completer, zei men. Dus schreef ik op 6 oktober:
Dag Gezienus,
Ik was helaas te laat met mijn bijdrage voor het boekje “Ode aan Omvlee”. Mischa vroeg mij of ik het alsnog naar jou op wilde sturen, zodat jij het aan het boekje toe kunt voegen. Ik hoop dat je het leuk vindt,
Groet’n, Eddie.
Mijn gedicht ging als volgt:
Puntig,
Wat moet er op je grafzerk,
als jij er niet meer bent?
Hier ligt een echte dichter,
product van vorm en vent?
Of: Hij fietste in z’n eentje,
naar Finland en de Pool.
Ontmoette menig medemens,
een enk’le halve zool.
Nee Gezienus, ik houd het puntig,
dat ben ‘k van jou gewend
dat hoort bij light-verse dichters
en zeker bij een Drent.
Gezienus mailde terug, humoristisch en vooral puntig:
dag Eddie,
hartelijk dank, vereerd, ik verkies een crematie, groet Hanneke,
gezienus
Humoristisch, kort, puntig. Als Gezienus ooit was gevraagd een pseudoniem te bedenken dan had hij waarschijnlijk Olleke Bolleke genoemd willen worden. Jarenlang heeft Gezienus zich ingespannen het literaire klimaat in Zuidoost Drenthe en DEO, Drenthe & Omgeving, te bevorderen. Zo ook bij STEM, Stichting Taalpodium Emmen. Bij mijn weten was Gezienus er vanaf het begin bij.
Er werden Taaltheaternachten gehouden, STEM organiseerde Poëzie Markant, Poëzie bij Leth en was medeorganisator van Zomerzinnen. Voor Gezienus, was 45NAP, literatuur op het hoogste punt van Emmen, ongetwijfeld een hoogtepunt. Vanaf 2017 organiseert STEM “Lichtvoetig”, de NK Light-Verse en vorig jaar Taal Centraal.
Ik durf te zeggen dat bij veel van deze activiteiten Gezienus initiator, stimulator, drijvende kracht is geweest en dat hij het, tijdens het regelen en organiseren, niet altijd bij puntigheid heeft gehouden. Hij was namelijk ook verteller, uitlegger, vergadertijger. Een bestuurslid die kennis en belezenheid humorvol in de strijd wierp.
Volgens mij heeft hij er min of meer voor gezorgd dat ik vrij gewillig als voorzitter van STEM werd aangewezen. Daar was Gezienus goed in, delegeren en anderen in hun kracht zetten. We hebben veel gemeen. We zijn allebei op 23 april jarig.
We fietsen allebei. Ik haal op mijn E-bike, Schoonebeek en Borger met gemak. Hij ging zonder ondersteuning iets verder, richting diepe Zuiden en het echte hoge Noorden, zag niet alleen het licht, maar ook het Noorderlicht. Klein, pezig, onderweg genietend van de stilte, de eenzaamheid, gesprekken met voorbijgangers; ons op de hoogte houden met foto’s van o.a. brievenbussen.
Gezienus gaf het begrip “Eenzame fietser” meer inhoud. Boudewijn de Groot had het niet beter kunnen zingen: “Hoe sterk is de eenzame fietser, die kromgebogen over z’n stuur, tegen de wind, zichzelf een weg baant”.
“Man, man”, zou Gezienus gezegd kunnen hebben, “Wat ja veul woorden veur zo weinig, ’t had puntiger gekund”. Ik sluit af met een gedicht, over een wandeling over een oud keienpaadje in Zuidbarge, het dorp waar Gezienus een flink deel van zijn leven heeft gewoond. Een gedicht over een wandeling over kinderkoppies, met halverwege een rustmoment op een zwerfkei, een mijmering over het verleden. Zo’n Gezienus-momentje.
As kinderkoppies könden praoten
Lopend aover kinderkoppies, in een aole Drentse straot,
ij gaot deur, ij wilt niet stoppen, voeten hebben ut te kwaod.
Maor a’j zo krabbelt op de keien, bi’j de pien niet zo maor kwiet,
zo tussen stille landerijen, gao‘j bedachtzaom terug in tied.
Wat as de stienen könden praoten, elke stien een kört verhaol,
dan ha’j ‘n boek nao ien twie straoten, in oens’ eigen moedertaol.
De ogen toe, ij heurt geraotel, van een karre vol met stro.
Balen manshoog op een staopel, de zunne gaf het niet kedo.
Oes moeke dauwt de wandelwagen, heur poppie hortert in de bak.
De kleine reert en mag niet klaogen, over de straot en ‘t ongemak.
Toen Boer Lahuus oet de tied kwam en op weg was naor de kark,
ko’j ‘t gebit nog heuren rammel’n, op de keien, gekkenwark.
Zundaps van de boerenzeunen met achterop een lieve griet.
Je heurt heur van ‘t gehobbel kreunen, ‘t heui gaf heur een bet’re tied.
Tegenwoordig in de straoten, weinig liefde, romantiek.
Al dat asfalt kan niet praoten en ij wodt niet wagenziek.
Veul te stil en weinig reuring, gien geraotel, gien kebaol,
stilte kun ie mangs niet heuren, da’s te weinig veur ’n verhaol.
Wat as de stienen könden praoten, elk’ stien een kört verhaol,
dan ha’j ‘n boek nao ien twie straoten, in oens’ eigen moedertaol.
Dag Gezienus, bedankt voor alles
O ja, nog één PS-je, FC Emmen heeft eindelijk weer eens gewonnen."